Fred, je bent de nieuwe penningmeester van het GVM Drenthe. we zijn nieuwsgierig naar wie je bent. Ik zou zeggen stel jezelf eens voor:
Ik ben Fred Bloemendaal en sinds oktober de nieuwe penningmeester van het GVM Drenthe. Daarvoor was ik algemeen bestuurslid, vanaf halverwege oktober 2020. Wesley De Best had mij gevraagd of ik bestuurslid wilde worden. Roelant van Eijk kende ik van de examentraining op molen Edens in Winschoten. Roelant en ik behaalden op 6 oktober 2020, het molenaarsgetuigschrift.
Ik ben inmiddels op de leeftijd gekomen dat ik met pensioen mag. Maar ik ben ook alweer ruim 20 jaar zelfstandig ondernemer waarbij ik een timmer/klusbedrijf heb. Met dit bedrijf doe ik het wat rustiger aan maar ben niet gestopt. Hierdoor heb ik ook weer wat meer tijd voor andere zaken.
Ik woon samen met mijn vrouw in Emmer-Compascuum. We hebben in 2003 zelf een Finse logwoning gebouwd op een kavel grond net buiten het dorp, die van de familie van mijn vrouw is geweest. Zelf ben ik opgegroeid in de stad Utrecht. Heb daar een ambachtsschool doorlopen voor het ambacht modelmaker bij Werkspoor Utrecht. Daar heb ik mijn passie voor hout aan overgehouden. Een periode later heb ik een lerarenopleiding gevolgd in twee vakken, tekenen en handvaardigheid. Na deze opleiding heb ik een tijd gewerkt als begeleider voor mensen met een verworven handicap. Waarbij ik een soort werkplaats had waar deze mensen hun dagbesteding hadden. Erg leuk om te doen en dat je ook kunt zien waartoe mensen met een beperking nog allerlei vaardigheden kunnen aanleren en hier weer plezier aan beleven. Al is het natuurlijk niet niks als je in je leven geconfronteerd wordt met een handicap.
Hoe kwam je in aanraking met molens en was je meteen geïnteresseerd in het molenaarschap? En op welke molen ben je actief?
Heel vroeger heb ik als kleine jongen eens een houtskooltekening gemaakt van een standerdmolen. Ik was hier apetrots op omdat iedereen van mijn familie dit zo mooi vond. Later woonde ik in Nootdorp waar Tinus Verwijmeren op korenmolen De Windlust draaide. Hij heeft mij laten zien dat het molenaarsvak erg interessant is en in 1998 heb ik me al ingeschreven voor de opleiding. Maar toen had ik het nog te druk met mijn eigen werkzame leven om daadwerkelijk praktijk op een molen op te doen.
Nadat wij in Emmer-Compascuum ons huis hadden afgebouwd, besloot ik de opleiding weer op te pakken. Ik kwam bij Jannes Tigelaar. Maar het was in de winter, de stelling vond ik heel erg glad en na een paar maanden ben ik weer afgehaakt. Waar ben ik aan begonnen, dacht ik toen.
Maar in Emmer-Compascuum was een actieve groep op de molen die zelf veel aan onderhoud deed. Ik werd gevraagd om daar als vrijwilliger met het onderhoud mee te gaan doen. En toen ik daar een tijdje bij was, begon het weer te kriebelen om ook een molen te kunnen laten draaien. Toen zijn we met drie man, Hans Geerdink , Ernst-Jan Katerberg en ik, naar Jannes gestapt en gezamenlijk met de opleiding gestart. Dat was in januari 2018. Inmiddels zijn we alle drie geslaagd voor windmolenaar. We draaien regelmatig op deze korenmolen.
De meeste molenaars vinden de molen waar ze zelf draaien het mooist, welke molen buiten jouw eigen zou jij aan de lezers aanbevelen om eens te gaan kijken?
Een hele mooie molen om eens te gaan kijken, is de oliemolen De Passiebloem in Zwolle. Tijdens onze opleiding hebben we daar een dag mee mogen draaien en het hele proces kunnen meemaken. Een neef van mijn vrouw is daar ook molenaar en zo hadden we het contact makkelijk gelegd. Een prachtmolen om eens te gaan kijken. Maar er zijn natuurlijk nog zoveel meer mooie molens om te gaan bekijken.
Hoe zie jij de toekomst van molens voor je?
Ik zie de toekomst voor molens positief tegemoet. Er is een gedegen organisatie ontwikkeld, het GVM en de Vereniging De Hollandsche Molen. Bij het publiek merk ik dat molens heel populair zijn. Bij bijna elk weerbericht in het journaal komt er een molen in beeld. De oude techniek van molens spreekt veel mensen aan, vooral als de molen echt functioneel is en je er producten kunt kopen. Streekproducten zijn gewild. Bij de molen in Emmer-Compascuum is er dit jaar een winkel bij gekomen met alles op het gebied voor de thuisbakker. Dit trekt veel enthousiaste klanten en bezoekers voor de molen.
Heb je nog iets dat je onze lezers mee wilt geven?
Het Gilde heeft in de afgelopen 50 jaar een gedegen opleiding ontwikkeld, waarbij je veel over molens te weten kan komen. Ik hoor wel eens dat er gevraagd wordt naar een eenvoudigere opleiding, gericht op één molenfunctie, bijvoorbeeld korenmolen of poldermolen. Hiermee zou je ook mensen kunnen aantrekken die er nu tegen opzien om alles te leren over alle molens, zoals nu. Je kunt hiermee de opleiding toegankelijker maken. Wat belangrijk is, is dat we ook de volgende 50 jaar genoeg molenaars en instructeurs opleiden om dit mooie ambacht levend te houden.
Interview: Marijn Sijbom. Fred Bloemendaal rechtst op de foto. Links: Henk Heijne