Roelof Kooiker en Stellingnieuws

Één van de redactieleden van het eerste uur is eigenlijk zelf nog niet zo aan het woord geweest, daarom hebben wij als overige redactieleden besloten Roelof Kooiker zelf eens het vragenvuur aan de schenen te leggen. Met het verschijnen van het laatste nummer van Stellingnieuws – het papieren blad wordt niet meer uitgegeven – spreken we met Roelof.

In tijden van Corona was een fysiek bezoek niet handig, daarom is het interview via de mail afgenomen.

Wanneer ben je met molens in contact gekomen, wat heeft je doen besluiten om molenaar te worden en sinds wanneer heb je het felbegeerde papier.

De belangstelling voor molens is eigenlijk begonnen, toen in 1975 de gemeenteraad van Nijeveen besloten had om een Duitse molen uit Weener te gaan slopen en deze weer op te bouwen in Nijeveen. De molen kwam ook nog eens op een paar 100 meter van mijn ouderlijk huis te staan, een mooier uitzicht kun je niet wensen.

Van de herbouw in Nijeveen heb ik toen dia’s gemaakt, met als hoogtepunt het plaatsen van het achtkant en de kap. Nadat de molen in 1977 klaar was, begon langzaam aan het molenvirus bezit van mij te nemen. Mijn eerste molenbezoek was op de zaterdag, daar trof ik molenaar Dick Dekker.

Omdat ik daarna regelmatig in de molen te vinden was, spoorde Dick Dekker mij aan om de opleiding bij Meint Noordhoek in Diever te gaan volgen. Ik had geen haast om voor het examen te gaan, maar dat moest toch wel een keer gaan gebeuren. Om vooral de theorie goed onder de knie te krijgen ben ik de laatste maanden voor het examen naar

Jannes Tigelaar in Erica gegaan. Een proef examen dat deden wij toen niet in Drenthe.

Het examen was op 1 april 1987, op de beltmolen Jantina Helling in Aalden. De afloop was positief! Alleen een opmerking over het weer, dat was voldoende, maar had beter gekund.

Sinds wanneer ben je betrokken bij Stellingnieuws en hoe kwam je erbij?

Tijdens mijn molenopleiding bleek dat Meint Noordhoek in de redactie van Stellingnieuws zat. Mijn bijdrage voor Stellingnieuws is begonnen met het maken van foto’s. Die maakte ik met een Hasselblad 500 cm camera, de grootte van die negatieven zijn 6 x 6 cm. Die camera had ik verdiend met het maken van trouwreportages voor een fotozaak in Genemuiden en Hasselt.

Tijdens de redactievergadering hebben we een aantal verschillende Stellingnieuws covers gezien. Daar is de afgelopen jaren dus best wat veranderd. Wat is de grootste verandering die je hebt meegemaakt?

De grootste verandering is toch wel de uitgave die wij de laatste jaren hebben gemaakt, geheel in kleur met een professionele opmaak.

Wat vond je het leukst om te doen voor het blad?

In de beginjaren maakte ik de foto’s in zwart/wit. Deze foto’s ontwikkelde ik dan zelf in mijn eigen doka, vervolgens stuurde ik ze per post op naar de eindredacteur. Over verandering gesproken, tegenwoordig gaat dat met de digitale techniek een stuk sneller.

Het schrijven van een artikel was in die tijd niet iets voor mij. Geleidelijk begon daar toch verandering in te komen. Het schrijven an sich heb ik eigenlijk afgekeken van de artikelen in het blad “De Molenaar”. Zowel het maken van de foto’s en het schrijven van een artikel, is met elkaar verweven.

Roelof Kooiker redacteur Stellingnieuws
Roelof Kooiker in actie. Foto Jan Vleesakker

Heb je ook weleens overwogen om te stoppen met redactiewerk? Zo ja of nee, wat was de reden?

Nee. Stellingnieuws moest in mei en in december verschijnen. Doordat ik in ploegen werkte, was er door de week tijd om naar een molen te gaan, ik heb vele kappen en achtkanten op de plaats getakeld zien worden, dat was een groot voordeel en dan raak je betrokken bij de Drentse molens.

Dat was voor mij een drijfveer om het redactiewerk te gaan doen. In al die jaren heb ik vijf eindredacteuren meegemaakt, in de begin jaren was mijn aandeel klein, maar met het verloop van de jaren was ik bij de opmaak van elk uitgave betrokken.

Als je al zolang in de redactie zit, dan heb je ook veel artikelen voorbij zien komen. Wat is het artikel dat jou het meest is bijgebleven en waarom?

Er zijn heel veel artikelen voorbij gekomen, ik heb geen specifiek artikel wat mij het meeste is bij gebleven. Het blad Stellingnieuws heeft geen grote en lange verhalen, het zijn vaak korte verhalen, meestal tussen de 15 en 20 artikelen in Stellingnieuws.

Als ik dan één artikel mag noemen is dat artikel omtrent de plannen om de Bronniger watermolen te herbouwen. Maar het is er wel erg stil rondom die plannen.

Maak je je ook zorgen over de toekomst van onze molens en de molenaars?

Over de molens maak ik mij minder zorgen dan over de molenaars. Er zijn veel molenaars die tegen het pensioen lopen, dan zou de nieuwe aanwas wel moeten komen. Daarom is het weer eens tijd voor een open molenaarsdag: de maand september is een mooie maand om dat te gaan organiseren.