Waarom molen Jan Pol bijna tegen de vlakte ging (I)

Het had niet veel gescheeld of de stellingmolen Jan Pol was in 1988 gesloopt. De Daler huisarts Laméris had de molen in 1983 gekocht om deze weer in oude glorie te herstellen. Maar doordat de belastingdienst ieder medewerking via aftrekposten weigerde kon de arts het onderhoud en restauratie niet meer opbrengen.

De toestand van de molen, die aan het schoolplein van de Burgemeester Wessels Boerschool grenst, was volgens de arts levensgevaarlijk. Daarom, en om nog meer teleurstellingen te voorkomen, werd de sloopvergunning aangevraagd. De Telegraaf kopte boven het artikel waarin hierover melding werd gemaakt ‘Klap voor molen’. Zover is het gelukkig niet gekomen, want de gemeente Dalen kocht de molen en een grondige restauratie volgde. De raadsfractie van Volksbelangen zag er geen heil in: ‘Zet de shovel er maar voor’.

Hoge molen

De als rogge- en gerstmolen ingerichte stellingmolen werd in 1876 aan de rand van het dorp gebouwd door molenmaker Schiller uit Dalfsen. Dit als opvolger van de in 1820 gebouwde molen die in 1875 als gevolg van blikseminslag geheel verbrandde. Het werd een achtkante houten bovenkruier met stelling op hoge, door steunberen geschraagde gemetselde voet en de kap en romp met riet gedekt. Karakteristiek aan de huidige Museummolen Jan Pol is de hoog opgetrokken, achthoekige gemetselde stomp die destijds voor optimale windomstandigheden zorgde en die tegenwoordig nog duidelijk boven de omliggende huizen uitsteekt.

Eigenaren

De molen heeft in de loop der jaren vele eigenaren gehad. Uit het kadaster blijkt dat in 1832 J. Lipman eigenares was. In een transportakte van 21 november 1843 staat dat Jantien Lipman, weduwe van Albert ten Hool uit Dalerveen, een stuk bouwland groot 5.80 are, ‘benevens een bij het kadaster niet bekende molen’ verkocht aan Jacob Kars de Vries.

De koopsom van de grond was 180 gulden, maar de verstrekte hypotheek bedraagde 2615 gulden. De molen, weliswaar niet bekend bij het kadaster, heeft toen ongetwijfeld als onderpand voor de hypotheek gediend. In 1846 verkocht De Vries de molen aan Geesje Berends Ligtenborg, weduwe van Johannes Heinrich Scholten.

Tien jaar later splitsten de kinderen van Geesje zich op en werd de molen toebedeeld aan haar zoon Albertus Scholten. In 1859 verkocht Scholten zijn malerij aan Wijnandus Jacobus Caspers. Aan Caspers werd in 1860 vergunning verleend om van de korenmolen een olieslag te maken.

Brand

In 1875 werd de molen door de bliksem getroffen en brandde af. De Provinciale Drenthsche en Asser Courant vermelde op 1 oktober 1875 de brand in een kort artikel ‘Naar wij vernemen sloeg hedennacht omstreeks half twaalf de bliksem te Dalen in den molen van de heer W. Caspers, wonende te Coevorden, in gebruik bij J. Boom. De molen brandde geheel af. De belendende gebouwen zijn gespaard gebleven’. Bij de herbouw van de molen werd door enkele buurtbewoners bij de gemeenteraad aangedrongen om aan Caspers geen toestemming te verlenen om de molen met riet te bedekken.

Nadat Caspers de toezegging had gedaan op de molen en bliksemafleider te plaatsen gaf de gemeenteraad met 8 tegen 2 toestemming voor een rieten dak. De molen werd in 1894 door Caspers verkocht aan Hendrik Weggeman van Tarel uit Coevorden en daarmee veranderde de molen weer van eigenaar. Hetzelfde jaar werd de molen door verkocht aan Gerhard Gerritsen die de molen in 1902 voor 6000 gulden verkocht aan Gerrit Pol.

In 1902 kocht Gerrit Pol de molen voor 6000 gulden. De in Dalen geboren Gerrit Pol was van beroep timmerman en woonde naast de molen in de Westerwijk. Hij was zeer geïnteresseerd in de molen en bracht er al zijn vrije tijd door en werd min of meer spelenderwijs opgeleid tot molenaar. Het molenaarsvak ging over van vader op zoon, want na het overlijden van molenaar Gerrit Pol nam zijn zoon Jan in 1936 de molen over.

In 1942 werden wat kleine onderhoudswerken aan de molen verricht door Gebroeders de Graaf uit Zwolle, maar in 1947 was het niet meer verantwoord met de wind te malen en moesten de wieken worden stilgezet. De molen maakte zware tijden door. Pol had het moeilijk om zijn hoofd boven water te houden, maar deed er alles aan om de molen draaiende te houden en ging ondanks alles met zijn tijd mee. Om zijn klanten goed van dienst te kunnen zijn schafte hij zich een tweedehands vrachtwagentje aan. De boeren brachten tot dan toe hun zakken met graan op de hondenkar of met paard en wagen naar de molen en wachtten tot het graan was gemalen.

Cursus

Jan Pol was molenaar in hart en nieren en probeerde anderen enthousiast te maken voor het mooie molenaarsvak. In 1975 kwamen molenaars-in-spe elke zaterdagochtend uit diverse Drentse plaatsen naar Dalen om deel te nemen aan de cursus vrijwillige molenaar gegeven door Jan Pol samen met R.H. Wassens uit Norg.

Tijdens de cursus werden de deelnemers opgeleid om op een verantwoorde wijze een gerestaureerde molen te bedienen en te onderhouden. Rond elf uur keken de cursisten altijd even vanuit de molen naar het huis van molenaar Jan Pol. Als er een krant voor het raam stond dan wisten ze dat de molenaarsvrouw koffie had gezet en de les even kon worden onderbroken. Het oude communicatiemiddel om een krant voor het raam te zetten betekende dat de molenaar om de een of andere reden thuis moet komen.

Na het overlijden van Jan Pol heeft de familie de molen in 1982 verkocht aan huisarts K.E. Laméris, die hem in 1988 weer verkocht aan de gemeente Dalen. Er volgde opnieuw een grondige restauratie welke in 1994 werd voltooid.

Kijk- en doemuseum

De historische vereniging Stichting Aold Daol’n heeft de molen sindsdien in exploitatie en de naam van de laatste molenaar aan haar museum verbonden. Burgemeester N. Meerburg, destijds tevens voorzitter van Aold Daol’n, heeft zich hiervoor volledig ingezet. Zo wist hij te bewerkstelligen dat opdracht werd gegeven aan bureau Meter en Bremer voor het maken van een inrichtingsplan voor de molen. Studenten van de Reinward Academie uit Arnhem ontwierpen een maquette, die bij het binnen halen van de subsidies grote diensten heeft bewezen.

Op 26 augustus 1994 was de spectaculaire opening van Museummolen Jan Pol, waarbij een ‘Abseiler’ uit de kap van de molen kwam met de originele sleutel, welke nu bij de ingang hangt. Mevr. Zwaantje Pol, de vrouw van de laatste molenaar, verrichtte samen met schoonzus Aaltje Pol de openingshandeling. Nu, bijna 25 jaar later, heeft de museummolen haar regionale waarde meer dan ooit bewezen. Bijna 69.000 bezoekers brachten sindsdien een bezoekje aan dit prachtige kijk- en doemuseum met haar bijzondere collectie.

Bron Coevorden Huis aan huis, geschreven door Herman Woltersum.